De strijd van de groene zeeschildpad

Tekst en foto’s Dos Winkel

Een ontmoeting met een zeeschildpad tijdens het duiken is altijd weer een bijzondere belevenis. Deze prachtig gestroomlijnde reptielen, van oorsprong landdieren, hebben zich in de loop van miljoenen jaren perfect aan het leven in zee aangepast. Op plaatsen waar de zeeschildpadden aktief beschermd worden, zijn zij over het algemeen minder schuw, waardoor hun gedragingen goed bestudeerd kunnen worden. Een duiker die enige afstand houdt en de dieren niet aanraakt, kan in veel gevallen het vertrouwen van het dier winnen en zo observeren hoe zij eten, slapen, naar de oppervlakte gaan om in te ademen, paren, vechten, zich van hun parasieten laten bevrijden door kleine hierin gespecialiseerde poetsvissen en hoe de vrouwtjes aan land gaan om hun eieren te leggen.

De groene zeeschildpad of green turtle, in het Nederlands ook wel soepschildpad geheten, is evenals alle andere soorten zeeschildpadden een bedreigde diersoort. De naam “soepschildpad” wijst op het lot dat  vele groene zeeschildpadden ondergingen en helaas – ondanks hun beschermde status – nog altijd ondergaan.

Veel van de informatie in dit artikel is ook van toepassing op de andere soorten zeeschildpadden, doch gekozen is voor de green turtle, omdat ik deze soort het langst gevolgd heb.

De groene zeeschildpad, Chelonia mydas, wordt in alle tropische zeeën gevonden, evenals in zeeën met een watertemperatuur die in de koudste periode niet onder de 20° komt. Dit komt ongeveer overeen  met een gebied tussen de 35° noorderbreedte en 35° zuiderbreedte.

Met een schildlengte van maximaal 125 cm en een gewicht tot ongeveer 230 kg, is de groene zeeschildpad de grootste van de zeeschildpadden met een hard schild. Met uitgestoken kop en staart kan de totale lengte gemakkelijk 1.75 m halen. In tegenstelling tot bijvoorbeeld de haviksnavel zeeschildpad (hawksbill turtle) is de kop aan de voorzijde vrij rond. Met de lange voorste flippers en het gestroomlijnde schild kan het dier zich zeer efficiënt, ook tegen hevige stromingen in, door het water verplaatsen. De voorflippers worden tijdens het zwemmen simultaan in dezelfde richting bewogen.

Het volwassen dier maakt een groene indruk, maar soms lijkt de kleur meer bruin, dan weer meer olijfkleurig en soms zelfs zwart.

Mijn Japanse kamergenoot houdt mij uit mijn slaap door zijn hevige gesnurk. Ik bevind mij in een op palen staande strandhut, gemaakt van bamboe, mangrovehout en palmbladeren, op het afgelegen eilandje Sangalaki, ten oosten van Kalimantan (Indonesisch Borneo) in de Celebes Zee. Na een vermoeiende reis van drie dagen dacht ik eindelijk van een verdiende nachtrust te kunnen genieten, doch het mocht niet zo zijn. Ik besluit op te staan en met de zaklantaarn in de hand een wandeling te maken over het zachte zand van dit bijzondere koraaleilandje. Elke nacht komen hier tussen de dertig en vijftig zeeschildpadden aan land om hun eieren diep in het zand te begraven. Ik hoef dan ook niet ver te lopen om op verschillende plaatsen gesteun en het verplaatsen van zand te horen. Gedurende hun moeizame tocht van de zee naar het strand, en tijdens het voorbereiden van het nest, mag de schildpad absoluut niet gestoord worden door licht, zoals bijvoorbeeld dat van een zaklantaarn. Het dier keert dan onverrichter zake terug naar zee, om dan een volgende nacht opnieuw de zeer zware inspanning te plegen. Voor sommige dieren is deze krachtsinspanning zo groot dat zij eraan bezwijken!

Ik zie vlak bij elkaar, op ongeveer twintig meter van mijn hut twee kolossale groene zeeschildpadden hun nest voorbereiden. De halfvolle maan geeft juist voldoende licht om dit bijzondere schouwspel goed te kunnen volgen. Ik zoek een plaats in het zand van waaruit ik beide dieren goed kan observeren.

De gekozen nestplaats bevindt zich altijd ruim boven de hoogwaterlijn; allereerst wordt met de voorflippers met krachtige bewegingen een zogenaamde “body pit” gemaakt, waardoor de schildpad zo’n 20 tot 40 cm dieper komt te liggen. Dit uitdiepen kan gemakkelijk één tot twee uur duren. Dan begint het maken van de flesvormige holte waarin de eieren gedeponeerd worden; dit gebeurt door afwisselende bewegingen van de achterflippers. De gehele aktie gaat gepaard met steunende uitademingen als teken van grote krachtsinspanning. Na ongeveer drie kwartier toegekeken te hebben besloot opeens een van de schildpadden te stoppen. Hoewel ik mij zeer verdekt had opgesteld en mijn lamp niet had gebruikt, voelde ik mij schuldig aan deze onderbreking, doch later leerde ik dat sommige schildpadden na noeste arbeid soms toch besluiten om elders een nest te maken. Dit dier koos een andere plek die haar waarschijnlijk beter beviel. Toen bij de andere schildpad het graven van de eierholte stopte, ben ik snel mijn camera gaan halen in de hoop iets van het leggen van de eieren te kunnen fotograferen. De ovipositie, het deponeren van de 100 tot 110 eieren, duurt twintig tot dertig minuten. Daarna wordt de rest van de eierkamer met de achterflippers met zand gevuld. Vervolgens wordt de body pit met de voorflippers gevuld, waardoor een nieuwe holte onstaat die zich vóór de oorspronkelijke bevindt. Dan volgt de uitputtende terugweg naar zee; na elke twee of drie “stappen”, eigenlijk “schuiven”, neemt de doodvermoeide schildpad enkele minuten rust. Wanneer eindelijk de zee is bereikt, verdwijnt het op het land zo logge dier gracieus en snel in het zilte nat.

De groene zeeschildpad paart in ondiep water in de buurt van het strand waar later de eieren zullen worden gelegd. De mannetjes paren wanneer de gelegenheid zich voordoet, de vrouwtjes alleen gedurende een periode van ongeveer drie maanden, en dat slechts eenmaal per twee, drie of vier jaar.

Om de eieren te kunnen bevruchten moeten de spermatozoa  bij het vrouwtje opgeslagen worden. Dit gebeurt in een speciale spermaholte, waar de spermatozoa van verschillende mannetjes bewaard blijven totdat het vrouwtje eieren heeft, die dan bevrucht kunnen worden.

Er zijn verschillende studies uitgevoerd waarbij de verplaatsingen van de groene zeeschildpadden werden bestudeerd. Hiertoe werden de vrouwtjes van een label aan het schild voorzien. Zo kon men vaststellen dat de schildpadden soms afstanden van meer dan 4000 km aflegden, maar toch elke twee, drie of vier jaar weer naar hetzelfde strand terugkwamen om hun eieren te leggen.

Het strand waar dit gebeurt is de plaats waar de schildpad geboren werd. Nog altijd is niet precies duidelijk hoe de dieren het klaarspelen deze plek terug te vinden. De huidige hypothese is een kombinatie van verschillende eigenschappen, zoals het bezit van een soort radar, reuk, “licht-kompas”, gevoel voor magnetische golven, interpretatie van stromingen en golfbewegingen, enz.

Na het vertrek van mijn snurkende kamergenoot kon ik door het geluid van het voor mijn hut kabbelende zeewater heerlijk slapen. Toch werd ik op een nacht wakker van het geluid van “een stel dat kennelijk onder mijn hut de liefde bedreef…”. Het bleek echter een zeer grote groene zeeschildpad te zijn die een plaats onder mijn hut had uitgezocht om haar eieren te leggen. Het ongewoon hevige gesteun werd veroorzaakt door een buis van de waterleiding die in de weg zat, waardoor het graven extra zwaar was. Het dier ploeterde voort  en creëerde haar body pit diep genoeg, zodat zij van de buis geen last meer had. De volgende ochtend bleek dat de weerstand van de buis niet opgewassen was tegen de kracht van de schildpad; bij het opvullen van de body pit was de buis gebroken!

De witte, ronde, op pingpongballen lijkende eieren hebben een gemiddelde doorsnede van 44 mm en wegen 50 gram. Na 50-55 dagen in het zand gelegen te hebben kruipen de babyschildpadjes uit hun beschermende omhulsel. Het duurt dan nog drie tot zeven dagen voordat de 5 cm grote diertjes zich een weg naar de oppervlakte hebben gegraven. Wanneer de zandtemperatuur te hoog is, wachten ze tot zonsondergang om te voorschijn te komen. Dan begint na een korte ori‘ntatie een wedloop naar de zee en begint ook de strijd om te overleven. Overleven is slechts weinig dieren gegeven. Slechts ongeveer 1% zal het redden en volwassen worden; alle andere dieren vallen ten prooi aan roofdieren. Dit begint al met  roofvogels en grote krabben op weg van het nest naar de zee. Eenmaal in het water, liggen de makrelen, tonijnen en haaien op de loer om toe te happen.

Als duiker zie je op en rond de koraalriffen alleen volwassen  en jong-volwassen dieren. Niemand weet precies wat er gebeurt met de opgroeiende babies, die totdat ze een schildlengte van ongeveer 35 cm hebben “verdwenen” zijn. De dieren leven dan in open water, maar over hun leef- en voedingsgewoonten is vrijwel niets bekend. In gevangenschap duurt de groei tot 35 cm gemiddeld 19 maanden. Is eenmaal deze schildlengte bereikt, dan komen ze terug naar de kuststreken, waar ze zich vooral met algen, wieren en zeegras voeden. Bij gelegenheid worden echter ook kwallen en viseieren gegeten.

Vastbesloten de uit het zand kruipende schildpaddenbabies te fotografen, ging ik elke dag tussen vijf en zeven uur op pad om de beschermde nesten (te herkennen aan aldaar geplaatste bordjes – zie verder) op te zoeken, waar gezien de op de bordjes geschreven datum, elk moment de babies het daglicht konden aanschouwen. Steeds was ik op het verkeerde moment op de juiste plaats, met andere woorden, te vroeg of te laat! Twee maal hadden ze hun nest al verlaten, maar kon ik ze nog wel volgen op hun weg naar het water. Mee snorkelend naar het open water, kon ik zien hoe tenminste de helft tijdens de eerste honderd meter hard zwemmen al verorberd werd door een groep roofzuchtige makrelen… .

In Sangalaki nesten elke nacht, het hele jaar door (!), tussen de dertig en vijftig zeeschildpadden; dit betreft met name de groene zeeschildpad en minder vaak de haviksnavel zeeschildpad. Dit betekent een gemiddelde van 40 dieren per dag; elk dier legt gemiddeld 100 eieren. 40 dieren maal 365 dagen per jaar, maal 100 eieren = 1.460.000 eieren per jaar. Wanneer inderdaad de geschatte 1% overleeft, dan zouden er alleen al op Sangalaki per jaar 14.600 volwassen schildpadden moeten bijkomen! De werkelijkheid is echter anders en bitter: geleidelijk is er  een vermindering van het aantal schildpadden te constateren. Dit komt doordat schildpaddeneieren  door de lokale bevolking als delicatesse beschouwd  worden. De eieren brengen op de markten gemiddeld (omgerekend in Nederlands geld) 45 cent per stuk op. In Sangalaki worden alle eieren direkt opgegraven door de daar wonende “turtle egg collectors”, die de eieren verkopen op het vaste land van Borneo. Om de eieren te mogen opgraven betalen zij een jaarlijks bedrag aan de Indonesische overheid. Momenteel kost deze concessie US$ 125.000,= per jaar!!

De Indonesische regering verrijkt zich dus aan het uitsterven van de (groene) zeeschildpad!

De aantallen zeeschildpadden op Sangalaki en de omringende eilanden in de Celebes Zee zijn in de loop der jaren gedecimeerd en professionele aktie is dringend noodzakelijk.

Op het kleine Sangalaki – je loopt er in een kwartiertje omheen – is een duikresort van Borneo Divers gevestigd. Hier kunnen 20 avontuurlijke duikers onderdak vinden. Afgezien van het duikresort en de eierrapers is het eiland onbewoond. Borneo Divers is een onderneming die het woord “conservering” hoog in het vaandel heeft staan. Zij hebben verschillende keren met de Indonesische regering onderhandeld, waarbij men aanvankelijk in 1993 succes leek te boeken, doch door het opdrijven van de prijs van de concessie, moesten zij uiteindelijk afhaken. Momenteel is de situatie zo, dat de gasten van Borneo Divers voorzichtig gevraagd wordt een of meer nesten te adopteren; hiervoor wordt 25 US$ per nest aan de turtle egg collectors betaald en op het geadopteerde nest wordt een bordje geplaatst met de naam van de “adoptievader of –moeder” en de datum dat de eieren gelegd werden. In ruil worden de eieren niet opgegraven en de eierrapers schijnen zich aan deze overeenkomst te houden. Dit helpt echter bij lange na niet voldoende; in het resort, dat ook niet het gehele jaar open is, kunnen immers slechts 20 gasten verblijven en helaas neemt lang niet iedereen een nest.

Het verzamelen en verkopen van de eieren is niet de enige oorzaak van het dreigende uitsterven van deze prachtige dieren. Alle  zeeschildpadden worden in hun voortbestaan ook nog door andere factoren ernstig bedreigd: ondanks de offici‘el beschermde status (appendix 1 van de Convention on International Trade in Endangered Species of Wild Fauna and Flora/CITES), wordt de zeeschildpad op grote schaal gevangen en op gruwelijke wijze voor zijn vlees gedood, onder andere door harpoeneren. Dit gebeurt zowel in zee als op het land bij de eierleggende vrouwtjes. De overige methoden zijn te walgelijk om te beschrijven. Deze praktijken vinden overal in de Indische en Grote Oceaan plaats. Van de schilden worden soeveniers gemaakt, die (nog steeds) door toeristen gekocht worden. Veel regeringen zijn ongevoelig voor argumenten als “met uitsterven bedreigd” en “wrede praktijken”.

Een andere zeer belangrijke factor die tot de dood van – vooral veel jonge – zeeschildpadden leidt, is de steeds groter wordende hoeveelheid plastic afval die in zee gedumpt wordt. De dieren happen naar plastic, waarschijnlijk in de veronderstelling dat het een kwal betreft, maar kunnen het ingeslikte niet meer uitspuwen, zoals een vis dat wel kan. Hierdoor spoelen steeds meer dode zeeschildpadden aan. Ook de vaak kilometerslange sleepnetten, zoals die vooral door de Japanners worden gebruikt zijn verantwoordelijk voor de dood van miljoenen dieren, zoals dolfijnen en schildpadden die naar de oppervlakte moeten gaan om te ademen en dus de verdrinkingsdood sterven wanneer zij in de netten verstrikt raken.

Enkele duiken bleef ik met mijn camera op een plaats waar groene en haviksnavel schildpadden komen om zich van hun parasieten te laten ontdoen, een zogenaamd poetsstation (cleaning station). Hier bieden verschillende vissen hun gespecialiseerde diensten aan, en eten de parasieten van hoofd, nek en schild. Het is een fantasisch gezicht om te zien hoe de dieren deze schoonmaakbeurt ondergaan; soms lui liggend, het hoofd naar beneden, en soms het hoofd fier opgericht, zodat ook het halsgebied “behandeld” kan worden. Moet een schildpad wat te lang op zijn beurt wachten, dan wordt zijn voorganger met een beet in de staart of gewoon met een opdoffer tegen het schild  duidelijk gemaakt dat zijn tijd om is.

De vraag is hoe lang we nog van dit soort scenes kunnen genieten als er niet snel meer maatregelen worden genomen. Instanties zoals het Wereld Natuur Fonds proberen al jaren om gebieden volledig te beschermen en regeringen en het grote publiek te informeren en te sensibiliseren.

Om de vele protesterende instanties tegemoed te komen, heeft de Indonesische overheid nu de turtle egg collectors opgedragen een aantal jonge schildpadjes in gevangenschap groot te brengen. De gevaarlijke babyperiode in het open water zou zo overbrugd worden, waardoor de overlevingskans zou toenemen. Helaas werkt deze methode niet. In de eerste plaats worden de dieren in veel te kleine bakken gehouden. Deze bakken worden dan ook nog afgedekt, zodat de diertjes in het donker opgroeien. Ze worden gevoed met fijngehakte doopvontschelp, met als gevolg dat deze prachtige schelpen van de riffen van Sangalaki verdwijnen… .Wanneer de schildpadden dan eenmaal vrijgelaten worden, sterven ze de hongerdood, omdat ze geen idee hebben hoe ze zichzelf moeten voeden!

Er is dus voorlopig maar een oplossing, dat is het kopen van de concessie van de Indonesische regering, in de hoop dat spoedig daarna het verzamelen van de eieren officieel verboden wordt.

Wanneer 25.000 Nederlanders nu eens Fl 10,= zouden doneren, dan zou daarmee de concessie voor het rapen van de schildpadeieren van Sangalaki voor ŽŽn jaar gekocht kunnen worden. Dit betekent tussen de 14000 en 15000 groene zeeschildpadden meer op aarde!

Groene zeeschildpad – Chelonia mydas
Klasse – reptilia
Orde – testudinata
Familie – cheloniidae